Heeft u uw
financiële zaken
op orde?

Lees de checklist

Intermedis A & A

Onvoorziene strop: nieuwe spaartaks raakt tweede huis

Geplaatst op: 11-05-2017, 14:06:34

Er is een onvoorziene fiscale kostenpost opgedoken voor tienduizenden Nederlanders met een tweede huisje in het buitenland. Het huis hoort volledig te worden vrijgesteld van de inkomstenbelasting, maar door de nieuwe spaartaks is dat niet meer het geval.

Dat blijkt uit berekeningen van fiscalisten, die de effecten pas recent hebben ontdekt. „De feitelijke vrijstelling is niet meer 100%, omdat de rekensommen niet meer kloppen”, zegt fiscalist Cor Overduin van Grant Thornton. Hoeveel alsnog moet worden betaald hangt af van het vermogen in eigen land. Zo moet iemand met een zomerhuisje in Frankrijk van twee ton maar met daarnaast €1 miljoen op zijn Nederlandse spaarrekening voortaan €450 extra gaan betalen voor zijn Franse bezittingen. Bij vier ton spaargeld is hij €130 extra kwijt.

Volgens de Belastingdienst bezitten circa 75.000 belastingplichtigen onroerend goed in het buitenland. Zij zullen volgend jaar bij de aangifte over 2017 „onaangenaam verrast worden”, denkt Overduin. De nieuwe berekening van de vermogensrendementsheffing die per 1 januari van dit jaar geldt is namelijk zo ingewikkeld geworden dat de gevolgen voor het tweede huisje eerder niet zijn opgevallen, vermoedt belastingadviseur Thomas Vermeulen.

Dat zit zo. Wie een tweede huis bezit wordt door de fiscus gezien als belegger en aangeslagen in box 3. Uitzondering daarop vormen vakantiehuizen in het buitenland. Uitgangspunt is immers dat het land waar de stenen staan zelf al heft over het vastgoed. En dus krijgen de huizenbezitters een vrijstelling voor de inkomstenbelasting op basis van het volgende rekensommetje: de waarde van de woning wordt gedeeld door het totale vermogen inclusief het buitenlandse vastgoed. De uitkomst van die breuk wordt vervolgens vermenigvuldigd met de verschuldigde belasting over het totale vermogen. Wat overblijft mag worden afgetrokken van de inkomstenbelasting. Het bedrag dat zo betaald moet worden komt de facto altijd neer op een vrijstelling van 100%.

Maar die vlieger gaat vanaf dit jaar niet meer op, want het rekensommetje is door de nieuwe spaartaks een stuk ingewikkelder geworden. Dat komt omdat het fictieve rendement van 4% waarop de vermogensrendementsheffing gebaseerd was vervangen is door een percentage dat fluctueert en afhankelijk is van de vermogensmix.

Teller en noemer zijn zodoende niet meer automatisch „evenredig aan elkaar”, aldus Overduin, die betwijfelt of de nieuwe rekenmethode vol te houden is, nu die er „feitelijk toe leidt dat je belasting gaat betalen over iets dat in het buitenland ligt. Dat was nu net niet de bedoeling van de belastingverdragen ter voorkoming van dubbele belasting.”

De fiscus bevestigt de geschetste gevolgen maar lijkt niet voornemens om de rekenmethode aan te passen. Een zegsvrouw laat weten dat de vrijstelling ter voorkoming van dubbele belasting „geen objectvrijstelling is. Er wordt vrijgesteld tegen het gemiddeld rendement en niet tegen het marginale rendement.”

Volgens Overduin is die logica technisch gezien te volgen maar de uitkomst niet te verdedigen: „Nederland gaat belasting heffen over iets waar het niet over gaat. Het systeem van box 3 wringt aan alle kanten.”

Bron: www.dft.nl van 11 mei 2017

Ga terug naar de vorige pagina